Hoe inloophuis De Bres overeind blijft

Een kopje koffie, potje kaarten, kommetje soep. En vooral: Enige aanspraak. Dat is waarom zo'n dertig mensen dagelijks binnenlopen bij inloophuis De Bres. Het is de plek in Zwolle waar ze altijd terecht kunnen. Zelfs als de subsidie wegvalt, of een pandemie de deuren dicht dwingt. Drie telefoongesprekken over hoe De Bres en haar bezoekers overeind blijven.

 

Enthousiast neemt Peter Lindhoud de telefoon op. De secretaris van bestuur vertelt met alle liefde over De Bres, en hoe dit hem zo dierbare inloophuis in 2017 in zwaar weer belandt. ‘Aanvankelijk is er geen nood bij ons, maar bij de gemeente Zwolle’, begint hij. ‘Als zij in financiële problemen komen, duurt het niet lang voordat “de kaasschaaf” langs ons budget gehaald wordt. Dan is er snel paniek in de tent. Want ja, de vaste lasten moet je simpelweg kunnen betalen. Zonder dat, gaat de stekker eruit.’
Ze schakelen een bureau in voor fondsenwerving, maar stuiten op een probleem. Peter: ‘Er is allerlei noodhulp te verkrijgen, maar dat is vooral incidentele steun. Eenmalige bedragen, bestemd voor specifieke projecten. Voor ons structurele probleem is dat dus geen oplossing. Hoe moeten we verder?’ Via-via hoort Peter van het Fonds Franciscus. Dit fonds wordt beheerd door Kansfonds, en geeft geen projectsteun maar juist een bijdrage in de vaste lasten. ‘Precies wat we op dat moment nodig hebben.’ De aanvraag van De Bres wordt goedgekeurd, waarna het inloophuis snel in rustiger vaarwater komt.
De steun van het fonds is niet eeuwigdurend. In 2022 houdt de financiering op. Om te zorgen dat De Bres tegen die tijd weer stevig overeind staat, biedt Fonds Franciscus de workshop Fondsenwerving aan. Een programma waar Peter vol lof over vertelt. ‘Je leert vooral om heel gericht te werven. Waar wil je precies geld voor? Wie kun je hiervoor het beste benaderen? Hoe breng je je boodschap helder over?’ Van dat advies plukt De Bres nu al de vruchten. ‘De lokale Lionsclub doneerde duizend euro voor maaltijden, en de St. Carolus Borromeus Stichting zelfs drieduizend euro. Als de gemeente in onze basisfinanciering voorziet, ben ik ervan overtuigd dat we straks ook zonder Fonds Franciscus verder kunnen.’

Frank is teleurgesteld dat het interview niet face to face, maar telefonisch plaatsvindt. Toch heeft hij er ook begrip voor. ‘Door corona gaat alles nu eenmaal anders.’ Frank bezoekt De Bres al jaren. Ook bij andere inloophuizen in de buurt was hij vaste gast, maar die zijn inmiddels allemaal weg. ‘Het nut van zo’n plek om maar wat koffie te drinken werd niet meer gezien. Maar voor mij is het heel belangrijk. Niet de koffie, wel het contact. Het geeft me rust, en ik kan mijn ei kwijt. Niet zomaar bij iedereen hoor. Ik ben heel selectief als het op mensen aankomt.’
Door corona valt ook De Bres een tijd lang nagenoeg stil. Frank kan er alleen een maaltijd ophalen. ‘Daar ben ik heel dankbaar voor, maar mij is het echt om de mensen te doen. Ik kan zelf gelukkig mijn boodschapjes doen, en in principe vermaak ik me wel op mijn flatje. Maar toch. Als De Bres er helemaal niet meer zou zijn, zou ik in een diep gat vallen. Zeker nu veel meer winkels en instanties gesloten zijn vanwege corona. Waar zou ik het nog voor doen?’ Gelukkig opent De Bres haar deuren weer eind vorig jaar. Nu mogen gasten twee keer per week eventjes binnenkomen. Dat doet Frank enorm goed. ‘Al is het maar een uurtje!’

Met lichte paniek laat coördinator Gea van Hulst weten dat haar interview niet door kan gaan. Ze is misschien besmet met het coronavirus. Even later hangt ze toch aan de lijn. Vals alarm. ‘Gelukkig, want er is zóveel te doen bij De Bres. Dit kan ik er niet bij hebben.’ Samen met Dini en Alie heeft ze de dagelijkse leiding over het inloophuis in hartje Zwolle. Gea: ‘We sturen 25 vrijwilligers aan, hebben contact met de bezoekers, doen boodschappen, staan achter het fornuis, werven vrijwilligers en fondsen, en ga zo maar door. Er is altijd tijd te kort, maar dat geeft niets. Voor De Bres zetten we ons graag in. Zeker nu.’
Ook de coronacrisis is met recht “zwaar weer” te noemen. Als de pandemie zich vorig jaar voor het eerst laat gelden, heeft de Bres een enorm probleem. ‘Onze deur staat altijd voor iedereen open, maar dan moet die toch opeens dicht. Om iets voor onze gasten te blijven betekenen, en om in contact met ze te blijven, bieden we afhaalmaaltijden aan. Hierbij reserveren we voor iedereen een kwartiertje extra, gewoon om te kletsen. Zo hebben ze wekelijks toch nog aanspraak, en kunnen we checken of het goed met ze gaat.’

Vinger aan de pols
Gea komt uit de financiële wereld. Als ze weer in Zwolle komt wonen, wil ze iets anders. Ze geeft haar baan op en wordt vrijwilliger bij De Bres. Anderhalf jaar later is ze coördinator. ‘Het is heel ander werk dan ik gewend ben, maar zo mooi. En weet je, de problemen die onze bezoekers hebben, lijken misschien ver van je bed, maar in feite kan het iedereen overkomen. Veel van hen hebben gestudeerd, waren getrouwd, hadden een gezin en eigen huis. Maar met een paar verkeerde afslagen kan alles veranderen.’
Met steun van het Fonds Franciscus doorloopt Gea de cursus Presentie. ‘Het bevestigt vooral veel dingen die ik tot nog toe op mijn gevoel deed’, vertelt ze. ‘Er simpelweg zijn voor de ander. Luisteren. Je aandacht is het mooiste wat je kunt geven. Toen we tijdens de eerste coronagolf dicht moesten, maakten we ons grote zorgen over onze bezoekers. Gelukkig wisten we de telefoonnummers van alle gasten te achterhalen, en konden we tóch de vinger aan de pols houden. Zo zie je maar, ook telefonisch kun je die broodnodige aandacht geven, en het verschil maken voor iemand die alleen is. Waar een wil is, is altijd een weg.’

 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in het magazine van het Kansfonds dit voorjaar en is ook op hun website nog terug te lezen.